
Spreekwoorden: (1914)
(Den) slag van iets (beet)hebben,d.w.z. bedreven, behendig zijn in iets; iets gemakkelijk kunnen doen; de behandeling van iets beethebben, er het stieleken van hebben (Waasch Idiot. 629 b). Vgl. voor de 17<sup>de<-sup> eeuw Van Moerk. 202: Al weer moet ic door beswering maken gewach, met...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778

Spreekwoorden: (1914)
(Den) slag van iets (beet)hebben,d.w.z. bedreven, behendig zijn in iets; iets gemakkelijk kunnen doen; de behandeling van iets beethebben, er het stieleken van hebben (Waasch Idiot. 629 b). Vgl. voor de 17<sup>de<-sup> eeuw Van Moerk. 202: Al weer moet ic door beswering maken gewach, met...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778
Geen exacte overeenkomst gevonden.